Oncologisch ulcus

Definitie

Onder oncologische ulcera wordt verstaan:
Een onderbreking van de epidermis door infiltratie van maligne cellen. Het is een wond die ontstaat ten gevolge van tumorgroei, primair of van metastasen. Het onderliggende weefsel is dan ook altijd maligne.

Classificatie

  • Graad 1: intacte epidermis met dreigende aantasting van de huid door onderliggend tumorweefsel
  • Graad 2: beginnende aantasting subcutis
  • Graad 3: diepe doorgroei met aantasting subcutis        
  • Graad 4: droge en/of vervloeide necrose tot 30% van het wondoppervlak      
  • Graad 5: droge en/of vervloeide necrose op meer dan 30% van het wondoppervlak

Kenmerken

Deze wonden kunnen ontstaan door ongeremde groei van tumorcellen. Het onderliggende weefsel van het oncologisch ulcus is maligne. Het heeft geen genezingstendens en kan alleen genezen als de kankercellen worden vernietigd. In veel gevallen ontstaan oncologische ulcera in het laatste stadium van de ziekte als genezing niet meer mogelijk is.


Klachten
Oncologische ulcera kunnen tot de volgende lichamelijke klachten en verschijnselen leiden:

  • Zichtbare afwijkingen van huid , gekenmerkt door verkleuring en verschillende groeipatronen zoals uitwendige groei, een ulcus,  of een combinatie van beide.
  • De huid kan wel of niet intact zijn. Soms is er zichtbaar weefselversterf (necrose).
  • Pijn (31%), met name bij graad 2 t/m 5.
  • Overmatig exsudaat: dit kan leiden tot dehydratie en  gewichtsverlies en uiteindelijk tot cachexie.
  • Onaangename geur als gevolg van weefselversterf en/of superinfecties met anaërobe bacteriën (12%), met name bij graad 4 en 5.
  • Bloedingsneiging (6%), met name bij graad 2 t/m 5.
  • Oedeem. 
  • Bewegingsbeperking.

Behandeling

Een oncologisch ulcus is een direct gevolg van tumor(door)groei en heeft geen natuurlijke genezingstendens. 
Een oncologisch ulcus reageert alleen op tumorgerichte behandelmethoden zoals chirurgie, radio-, of chemotherapie. De behandeling van het oncologisch ulcus is in de meeste gevallen palliatief van opzet.

Oncologische ulcera kunnen net als overige wonden naar kleur worden ingedeeld. De betekenis van de kleur is bij oncologische ulcera echter anders. Een rode wond wijst normaliter op gezond granulatieweefsel met een goede genezingstendens. Bij een oncologisch ulcus is het rode weefsel in de wond tumorweefsel.  Bij een oncologisch ulcus is de overgang tussen necrotisch weefsel en tumorweefsel niet scherp begrensd. Een necrotectomie is daarom gecontra-indiceerd in verband met het risico op een bloeding


De volgende factoren zijn (mede) bepalend voor de keuze van de behandeling van een oncologisch ulcus:

  • Aard van het onderliggend lijden en de voorgaande en huidige behandeling ervan.
  • De levensverwachting en de wens van de patiënt. 
  • De klacht en/of beperking. 
  • Huidige  behandeling van het ulcus (lokaal en systemisch).
  • Psychosociale problematiek. 
  • Draagkracht van de patiënt en de mantelzorg.


Doel

Het doel is door tumorgerichte behandeling het gebruik van de juiste verbandmaterialen en lokale en/of systemische medicatie te komen tot:

  • Bevordering van de genezing van het ulcus of voorkomen van  de uitbreiding ervan. 
  • Maximaal comfort voor de patiënt, o.a. door: 
    Reductie van geuroverlast, pijn, jeuk en het vermijden van bloedingen
  • Bereiken van een voor de patiënt acceptabele cosmetiek. 
  • Het psychosociaal ondersteunen van patiënt en naasten.


Dit doel kan bereikt worden door:

  1. Behandeling van de onderliggende maligniteit (indien mogelijk);
  2. Reiniging van de wond; 
  3. Verzorging van het oncologisch ulcus m.b.v. wondbedekkers gericht op het voorkomen of verminderen van o.a: geurproblemen en infecties, vochtafscheiding, bloedingsneiging, pijn en oedeem;
  4. Behandeling van de factoren die een negatieve invloed hebben op het oncologische ulcus: 
    - slechte voedingstoestand en/of dehydratie: het optimaliseren van de voedings- en hydratatietoestand (zie de richtlijnen Anorexie en gewichtsverlies en Dehydratieen vochttoediening);
    - drukplekken: het voorkomen van druk op aangetaste en bedreigde huidgedeelten;
    - oedeemvorming: oedeemtherapie door gespecialiseerde huid- en oedeemtherapeuten of daartoe gespecialiseerde fysiotherapeuten.
  5. Psychosociale begeleiding: bij de behandeling van oncologische ulcera is psychosociale ondersteuning van groot belang. Voor de signalering van deze problematiek is de eerst aangewezen persoon de huisarts en de (gespecialiseerde) verpleegkundige. De patient kan worden doorverwezen voor professionele psychosociale hulpverlening.


Bron: www.pallialine.nl