Oncologische wond

Definitie

Onder oncologische wond wordt verstaan:
Een wond die ontstaat ten gevolge van de behandeling van oncologische processen.  

Kenmerken

Oncologische wonden zoals ontstaan door:

  • Extravasatie na chemotherapie.
  • Een chirurgische wond waarbij de maligniteit geheel is verwijderd.
  • Nattende desquamatie ten gevolge van radiotherapie hebben in principe een normale genezingstendens. Het onderliggend weefsel is immers benigne.


Bij een chirurgische oncologische wond kan wel sprake zijn van een vertraagde of verstoorde wondgenezing als al gestart wordt met chemo- of radiotherapie voordat de wond dicht is. 

Wonden ten gevolge van chemotherapie
Bij behandeling met cytostatica ontstaan in principe geen wonden door de toediening van cytostatica. Chemotherapie kan een versterkte huidreactie geven op de plaats waar de patiënt bestraald is. De invloed van cytostatica op de celdeling zorgt ervoor dat er een vertragend effect ontstaat op de wondgenezing. Een beperkt aantal huidproblemen kunnen optreden als bijwerking van chemotherapie. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Hyperpigmentaties van de huid.
  • Vormverandering van de nagels.
  • Lokaal erytheem.
  • Hand- voetsyndroom: in eerste instantie een duidelijk begrensde roodheid van voornamelijk handpalmen en voetzolen. Dit syndroom kan in ernstige gevallen overgaan in vervellingen van de huid met name bij continue toediening van intraveneus cytostatica.


Extravasatie
Wonden kunnen ontstaan door extravasatie (= uittreding van de cytostatica buiten de bloedbaan). De soort en de hoeveelheid cytostatica die op of meestal onder de huidoppervlakte in aanraking komt met de gezonde weefsels bepalen de ernst van de reactie:

  • Roodheid: niet altijd aanwezig op het moment van de extravasatie. Treedt meestal 6 tot 12 uur later op.
  • De patiënt heeft pijn.
  • Zwelling en necrose.


Wonden ten gevolge van radiotherapie 
Bij de tegenwoordig gebruikte methoden van radiotherapie ontstaan zelden huidproblemen. Bij de huidige megavoltbestralingen (lineaire versnellers) wordt het effect van de bestraling pas maximaal enkele centimeters onder de huid, waardoor de huid ontzien wordt. Huidreacties kunnen desondanks ontstaan bij:

  • Schampveldbestralingen: de stralingsrichting is niet loodrecht op de huid, bijvoorbeeld bij ronde lichaamsdelen.
  • Recall fenomeen: een versterkte huidreactie tijdens de chemotherapie, op de plaats waar de patiënt in het verleden bestraald is geweest.
    Gelijktijdige toepassing van chemo- en radiotherapie (bijvoorbeeld na een MSO of mastectomie met lymfekliertoilet): het cumulatieve effect kan huidreacties in het bestraalde gebied veroorzaken.
  • Bij bestraling ontstaan verschijnselen die wel vergeleken worden met verbrandingen. Deze verschijnselen blijven meestal beperkt tot een (lichte) roodheid. Soms echter ontstaan ook blaren of huidlaesies.


De verschijnselen zijn onder te verdelen in: 

  1. Acute verschijnselen tijdens en vlak na de bestraling of chemotherapie;
  2. Subacute verschijnselen (tot 1 jaar na de behandeling): hyperpigmentatie en oedeem;
  3. Chronische verschijnselen (1-5 jaar): atrofie, tele-angiëctasieën, fibrose en/of oedeem;
  4. Late verschijnselen (na meer dan 5 jaar): ulceraties, huidreacties kunnen dus ook na langere tijd nog optreden. Laat de patiënt alert zijn op veranderingen van de huid. 

Echte wonden ontstaan voornamelijk tijdens of vlak na de bestralingen. Hieronder zullen daarom alleen de acute effecten en beschreven worden.

Acute verschijnselen

  • Erytheem (roodheid): afhankelijk van de dosis kan dit erytheem intenser zijn:
  • Oedeem.
  • Droge desquamatie (schilferen).
  • Jeuk.
  • Natte desquamatie (met name in de huidplooien).


Bron: www.oncoline.nl 

Behandeling

Hieronder worden de behandelingen bij extravasatie en bij wonden ten gevolge van radiotherapie beschreven.

Behandeling bij extravasatie

  • Direct stopzetten van de toediening van de cytostatica om de lokaal schadelijke werking zoveel mogelijk te beperken (naald niet verwijderen i.v.m. verspreiding).
  • Direct de behandelend arts inschakelen.
  • Verdere behandeling van de extravasatie voor het acute moment in overleg met de behandelend arts afspreken.
  • De genezing van deze wonden kan meer tijd in beslag nemen dan een 'gewone' wond bij het gebruik van cytostatica.


Behandeling bij wonden ten gevolge van radiotherapie
Een echte behandeling, behalve het stoppen van de therapie is niet mogelijk. Ernstige problemen kunnen voorkomen worden door de conditie van de huid optimaal te houden en traumata te vermijden. 

Doel van de behandeling

  1. Huid soepel houden.
  2. Huidtrauma vermijden.
  3. Pijnklachten verminderen.
  4. Jeuk verminderen.
  5. Droge desquamatie verminderen.
  6. Natte desquamatie verminderen.


Bron: www.oncoline.nl